Aandacht voor restauratieambachten

Het ambacht staat op het ogenblik weer sterk in de belangstelling. Even leek de belangstelling voor gedreven vakmensen in ons land op de achtergrond te zijn geraakt. Niet omdat ze niet meer nodig waren, integendeel. De maatschappij heeft namelijk jaarlijks duizenden nieuwe vakmensen nodig om te blijven functioneren.

Het boek ‘Aandacht voor Restauratieambachten’, wat het laatste advies is van scheidend Rijksadviseur Cultureel Erfgoed Wim Eggenkamp, gaat over de opleiding van vakmensen in de restauratie, zoals restauratietimmeren, -metselen en -schilderen. Maar ook verschillende kleinere beroepsopleidingen van bijvoorbeeld smeden, molenmakers en natuursteenbewerkers komen aan bod.

Het is van groot belang dat de vergrijzende beroepsgroep in deze kleine beroepen de noodzakelijke kennis aan een jongere generatie vakmensen kan doorgeven. De aanmeldingen voor deze opleidingen lopen echter terug. Hoe ernstig deze 'dreiging' is en wat de behoefte is aan nieuwe gespecialiseerde vaklui in de restauratieambachten, zijn onderwerpen van het advies van de Rijksadviseur Cultureel Erfgoed.

Om de verschillende geluiden te horen, van leerlingen tot bestuurders, is er in de totstandkoming van het advies op vele mensen een beroep gedaan. Zonder uitzondering werd deze roep beantwoord, niemand toonde zich onverschillig. Een teken dat er een grote behoefte bestaat om te laten horen hoe het ervoor staat in het onderwijs in de restauratieambachten.

Aanleiding voor het advies is de beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg (MoMo) van het ministerie van OCW uit 2009. Daarin werd naast de noodzaak voor een nieuwe gebiedsgerichte benadering van de Monumentenzorg ook aandacht geschonken aan de kennisfunctie in dit vakgebied. De minister van OCW constateerde in de beleidsbrief dat voor een aantal specifieke beroepen geen of onvoldoende aansluiting (meer) bestaat bij het regulier onderwijs. Ook onderschreef de minister dat ‘de beschikbaarheid van de gespecialiseerde opleidingen binnen de ROC’s en vakscholen aanpassingen vergt in de inbedding van die opleidingen’. Dit vormt het onderzoekskader van het advies.