Landschap 3.0

In het kader van de Landschapstriënale in Park Lingezegen organiseerde het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en Rijkswaterstaat een studiedag over ‘Landschap 3.0’. Centraal stond het optimaal verzilveren van kansen voor ruimtelijke kwaliteit in MIRT-projecten. Hoe kan I en M als opdrachtgever ervoor zorgen dat ruimtelijke kwaliteit geborgd wordt in een project?

Landschap 3.0
Landschap 3.0

Bij MIRT-projecten, voornamelijk grote infrastructurele werken, is het van belang om al in de onderzoeks- en verkenningsfase ruimtelijke kwaliteit in beeld te brengen. Door de grote complexiteit van projecten (complexe opgaven, veel betrokken partijen en sectoren) is samenwerking noodzakelijk. In de vroege fase van de planvorming is dan ook vooral zaak op zoek te gaan naar ‘meekoppelkansen’. Het programma Ruimte voor de Rivier is hiervan inmiddels een schoolvoorbeeld.

Synergie

Rijkadviseur Landschap en Water Eric Luiten en Rijksadviseur Infrastructuur en Stad Rients Dijkstra waren op de studiedag uitgenodigd om de discussie te voeren en het debat van reflectie te voorzien. Voor Ruimte voor de Rivier is van meet af aan een dubbele doelstelling gevoerd: het combineren van waterveiligheid met ruimtelijke kwaliteit. Die dubbele doelstelling is ook in de bestuursovereenkomst opgenomen. Per project zijn vervolgens ruimtelijke kwaliteitskaders gesteld. Eric Luiten verwijst naar het succes van de dijkomlegging van de Waal bij Lent. Het creëren van meer ruimte voor het water is hier voorbeeldig gecombineerd met landschap, recreatie en stedelijke kwaliteit. Dit vraagt echter om een actieve opstelling van de gemeente Nijmegen; Rijkswaterstaat alléén kan een dergelijke synergie niet voor elkaar krijgen.

Strakke sturing

Rients Dijkstra wijst op het belang om bij een project eerst zelf probleem- en doelstellingen te onderzoeken voordat het gesprek met de omgeving op gang komt. In dat gesprek moet je als opdrachtgever duidelijk zijn over de ruimte voor inbreng van andere partijen. Het zeggen waar het op staat leidt uiteindelijk tot meer draagvlak. Ruimtelijke kwaliteit moet bovendien als een van de belangrijkste eisen benoemd staan in de hoofddoelstellingen. Op het bewaken van deze doelstellingen moet een strakke sturing worden gevoerd. De concrete invulling kan vervolgens op flexibele manier met partijen worden uitgewerkt, binnen de kaders van de hoofddoelstellingen.

Lees hier het artikel 'Nooit klaar met die dijken' in Trouw met commentaar van Eric Luiten op het Deltaprogramma. Binnenkort verschijnt een advies van het CRa over het Deltaprogramma.