Bodemdaling: ontwerpers aan zet

Het College van Rijksadviseurs organiseerde op 26 september in het kader van de Landschapstriënnale in Nieuw-Vennep de bijeenkomst ‘Bodemdaling in veengebieden’. Centraal stond de vraag op welke manier ontwerpers een bijdrage kunnen leveren aan het inzichtelijk maken van de opgaven, de keuzeopties en aan het vinden van oplossingen. Een divers publiek, onder wie bestuurders, beleidsmakers, onderzoekers en ontwerpers ,reageerde op de uitdagingen en de voorstellen van de ontwerpers.

landschap

Onomkeerbaar

Nederland heeft te maken met meerdere soorten bodemdaling. In veengebieden verloopt de daling gestaag, al eeuwenlang, als gevolg van de cultivering. Bodemdaling in veengebieden is onomkeerbaar. De kwaliteiten van cultuurhistorisch waardevolle landschappen komen erdoor steeds verder onder druk te staan. Het PBL becijferde bovendien in het rapport ‘Dalende bodems, stijgende kosten’ dat bodemdaling tot 2050 de samenleving tussen €18 - 22 miljard gaat kosten. Ook veroorzaakt de oxidatie van het veen een jaarlijkse CO2-uitstoot die vergelijkbaar is met die van twee miljoen auto’s.

De problematiek speelt zowel in het landelijk als in het stedelijk gebied. In het landelijk gebied staat het lange termijn business model van de landbouw en andere economische activiteiten onder grote druk. In het stedelijk gebied lopen de kosten voor herstel van funderingen en infrastructuur steeds hoger op. Er is nauwelijks meer marge om met het grondwaterpeil te sturen waardoor bewoners van laaggelegen dorpen en steden problemen ervaren met opvang van hemelwater na fikse regenbuien.

Meerwaarde

Hans van der Vlist, bestuurder van het Veenweide Innovatie Centrum, stelde de rol van de ontwerper in het landelijk gebied op scherp: “Het agrarisch cultuurlandschap is eeuwenlang door boeren gevormd, geformaliseerd in een bestuurlijke rol van de waterschappen. Welke rol ontwerpers kunnen spelen in het verbeteren van het watersysteem, is nog nauwelijks ervaring mee opgedaan.” Ontwerpers zullen dus hun meerwaarde eerst moeten bewijzen.

Denkrichtingen

In de bijeenkomst lieten vier ontwerpers verschillende denkrichtingen zien voor de omgang met bodemdaling. Het is noodzakelijk dat deze oplossingen zich verhouden tot de actuele problematiek en tegelijkertijd voorsorteren op een robuust perspectief op langere termijn. Overheden, maatschappelijke organisaties en particulieren staan namelijk voor een enorme gezamenlijke uitdaging om iets aan bodemdaling te doen

Verkenning

Het College van Rijksadviseurs verkent daarom welke denkrichtingen en mogelijke ruimtelijke oplossingen voor landelijke en stedelijke veengebieden kansrijk zijn. Daar horen alternatieve verdienmodellen bij voor boeren, zoals natte teelten en andere innovatieve landbouwtoepassingen. In het stedelijk gebied is de ontwerpopgave vooral in de ondergrond en aansluitingen tussen gebouwen, infrastructuur en het watersysteem.

Chroniqueur

Chroniqueur van de Landschapstriënnale Fred Feddes woonde de bijeenkomst ‘Bodemdaling in veengebieden’ bij, lees zijn verslag “Heel Holland zakt en half Friesland en Flevoland."