Het metropolitane landschap: van blinde vlek naar vanzelfsprekendheid

Gaan bedrijven aan de Zuidas ook meebetalen aan een aantrekkelijk landschap? Moeten we meer aandacht besteden aan de economische waarde van het landschap of staat die al buiten kijf? En hoe kunnen regio’s en initiatieven elkaar versterken, bijvoorbeeld bij het zoeken naar oplossingen voor de opgaven die in het landschap zullen ‘landen’? Deze en vele andere kwesties waren op 2 oktober onderwerp van gesprek in de nog jonge community of practice ‘Landschap als Vestigingsvoorwaarde’.

landdschap als vestigingsvoorwaarde

Net als veel andere regio’s heeft Zuid-Holland een stevige verstedelijkingsopgave in de komende decennia. Daarvoor maakt de provincie niet alleen een plan waar de woningen moeten komen, de provincie studeert ook op de manier waarop het landschap daarvan kan profiteren en hoeveel geld daarvoor nodig is. Gielijn Blom van de provincie Zuid-Holland vindt dat het één niet zonder het ander kan: aantrekkelijk wonen gaat gepaard met prettig genieten van het ommeland, ‘verdichten en vergroenen’. Laten we die landschappen dan ook van hoge kwaliteit maken.

Blom staat met zijn Zuid-Hollandse voorbeeld naast vertegenwoordigers van de stedelijke regio’s van Noord-Holland, Utrecht en Noord-Brabant pal achter het concept ‘landschap als vestigingsvoorwaarde’. Samen met een aantal andere regio’s vormen deze vier ‘koplopers’ een community of practice die het denken over het versterken van stad-land relaties in de praktijk brengt. De community bestaat al enkele jaren en verwelkomde op 2 oktober geïnteresseerden die konden proeven waar de community of practice over gaat.

Nieuwe bezoekers stonden voor een uitdaging om zich in krap drie uur een beeld te vormen van het idee en de werkwijze van ‘Landschap als vestigingsvoorwaarde’. Ronald Kramps van ‘koploper’ Noord-Brabant constateert achteraf dat het een brede discussie was waarin het lastig is focus te vinden. Het onderwerp is per definitie ingewikkeld en naast het betrekken van het bedrijfsleven bij landschap gaat het ook nadrukkelijk ook om het leefklimaat van bewoners. Daarvan profiteren werkgevers indirect, omdat zij afhankelijk zijn van de aantrekkingskracht van hun regio in de wereldwijde competitie om getalenteerde arbeidskrachten aan zich te binden.

On the side

Dat het onderwerp vele invalshoeken en gelaagdheden kent, daarvan is Paul Gerretsen van vereniging Deltametropool zich terdege bewust. Om de open sfeer van de bijeenkomst te benadrukken, vraagt hij bij de start diverse aanwezigen naar hun motivatie. Iedereen blijkt zeer begaan met het landschap, of ze van een overheid, marktpartij, of kennisinstelling zijn. De projectontwikkelaars en bedrijven die in de praktijk zoveel invloed op het landschap hebben, zijn echter nauwelijks te bekennen.

Landschapsarchitect Paul Roncken van het initiatief Ringpark Utrecht, ook een van de ‘koplopers’, ziet het als uitdaging aan de community of practice om zich tot grote marktpartijen en vermogende investeerders te verhouden. Hij stelt voor een ‘on the side’ community op te zetten als een soort schaduw-netwerk, waar hij veel bijval voor krijgt. Waarom de investeerders niet in de zaal zitten, laat zich makkelijk raden: die bewegen zich doorgaans niet in dezelfde netwerken als de beleidsmedewerkers, ontwerpers en ruimtelijk adviseurs. Wat kan de community of practice doen om toch een brug te slaan naar groepen die buiten speelveld van de overheden en ontwerpers die al samenwerken op het thema landschap?

Het begint met het ontwikkelen van een gemeenschappelijke taal die de verschillende sectoren overbrugt, zegt een aantal aanwezigen. Anderen vinden dat te voorzichtig, kan de Zuidas niet gewoon meebetalen aan ruimtelijke kwaliteit? Of moet het ‘via de band’ worden gespeeld en heeft de bestaande community of practice economisch denkende buddies nodig om het gesprek aan te gaan met mega-investeerders uit, pak ‘m beet, Saoedi-Arabië die graag zonneweides in Nederland willen aanleggen? Wellicht dat zulke buddies wel bij de grote Nederlandse ingenieursbureaus te vinden zijn, die doen immers al veel zaken met ontwikkelaars.

landdschap als vestigingsvoorwaarde

Effectieve framing

De richting die de community vanaf nu op moet levert al veel vragen en suggesties op. Maar laten we de prestaties uit het verleden ook niet vergeten, merkt Berno Strootman, Rijksadviseur voor het landschap, op. Hij is groot fan van landschap als vestigingsvoorwaarde als denklijn, omdat deze het landschap op een effectieve manier verpakt als iets wat een investering waard is. De community of practice leverde tot nu toe veel inspiratie op door het delen van praktijkprojecten, en investeerde daarnaast ook met hulp van de Wageningen Universiteit in de legitimatie van de stelling dat een aantrekkelijk en toegankelijk landschap inderdaad als voorwaarde voor de vestiging van bewoners en bedrijven geldt.

Strootman is ook blij met de recente uitspraak die minister Schouten van LNV onlangs deed bij de presentatie van de Natuurvisie: “Landbouw en landschap zijn mij lief.” Hij signaleert een hernieuwde interesse in het onderwerp landschap bij het ministerie en speelt daar met een advies over landschapsmonitoring, de prijsvraag Brood en Spelen en bijdragen aan diverse pilotprojecten in de landbouw vanuit zijn positie in het College van Rijksadviseurs op in.

De aandacht van het Rijk voor landschap moet uit een diep dal omhoog klimmen, stelt Merten Nefs, projectleider van de community of practice bij vereniging Deltametropool. Er is in drie jaar keihard gewerkt om een indrukwekkende reeks bijeenkomsten, pilotprojecten en publicaties onder de noemer Landschap als vestigingsvoorwaarde te produceren. Met als gevolg veel aandacht (tot en met Canada) voor het gedachtegoed. De publicaties Blind Spot (2016), Spot On (2017) en Het Volgende Landschap, dat afgelopen voorjaar verscheen naar aanleiding van de Landschapstriennale 2017, zijn het tastbare bewijs van die arbeid. Ook op de Internationale Architectuur Biënnale 2016  was er ruimschoots aandacht voor het onderwerp. Beide evenementen vinden simultaan plaats in 2020, een mooie kans voor  de community of practice. Dat geeft ons nog  krap twee jaar tijd om concrete projecten verder te ontwikkelen en er lessen uit te trekken voor de vakwereld, want: the proof of the pudding is in the eating.

Taal als overbrugging

Middenin de bijeenkomst vraagt fotograaf Theo Baart aandacht voor hoe het stedelijke landschap zich in fysieke zin toont als uitdrukking van de (bestuurs)cultuur. Om zich hiervan een beeld te vormen, ploegde Baart enkele recente nota’s door en om zich een beeld te vormen van de transitieopgaven die effect hebben op het landschap, zoals de energietransitie, klimaatadaptatie en verstedelijking. Hij hoopt met zijn manier van kijken in een reeks safari’s door de metropoolregio Amsterdam betrokkenen een spiegel voor te houden. Om dat te illustreren sluit hij af met een foto van een leeg weiland: “Terwijl veel Amsterdammers denken dat de Sluisbuurt de grootse nieuwbouwlocatie in de stad is, worden in de weilanden bij Lissebroek nog veel meer woningen gebouwd: ook dat is in feite Amsterdam!”

Aangespoord door de voorbeelden van de koplopers en de beelden van Baart, gaan de ruim zeventig aanwezigen verder in gesprek over thema’s, vragen en verwachtingen ten aanzien van de community. Er is veel behoefte aan een horizontale, open vorm van samenwerken tussen regio’s, in het licht van de complexiteit van de opgave waar we in Nederland voor staan. Want naast de energie-, klimaat- en woningbouwopgaven spelen thema’s als erfgoed, circulaire economie en natuurontwikkeling en waterkwaliteit een belangrijke rol. Oefenen met een gemeenschappelijke taal die de verschillende sectoren overbrugt, zal waarschijnlijk nog regelmatig nodig zijn om de opgaven integraal aan te kunnen pakken.

Meer informatie

De Rijksdienst Cultureel Erfgoed nodigt op 3 december de community of practice Landschap als Vestigingsvoorwaarde uit als onderdeel van een grotere werkconferentie in Rotterdam: ‘Nederland veranderd/t’.

De community of practice Landschap als Vestigingsvoorwaarde is een initiatief van de vereniging Deltametropool met Staatsbosbeheer, de Rijksdienst Cultureel Erfgoed en het College van Rijksadviseurs.

Benieuwd naar eerdere publicaties en nieuwsberichten over Landschap als Vestigingsvoorwaarde? http://deltametropool.nl/nl/landschap_als_vestigingsvoorwaarde