Druk op het landschap vraagt nu om monitoring

De toegenomen druk op het landschap vraagt om het nauwkeurig in de gaten houden van veranderingen. Dat stelt het College van Rijksadviseurs in zijn advies over landschapsmonitoring, dat op 10 oktober is aangeboden aan de minister van Binnenlandse Zaken en dat tot stand is gekomen in samenspraak met het Planbureau voor de Leefomgeving, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en LandschappenNL.  

landschap

Rijksadviseur Berno Strootman: “Door het landschap goed te monitoren, kunnen we tijdig maatregelen nemen om verdere terugloop van de kwaliteit van ons landschap te voorkomen, maar ook snel constateren dat nieuwe landschappelijke kwaliteiten zijn ontstaan, bijvoorbeeld als gevolg van nieuw beleid.”

Landschap flink onder druk

Het Nederlandse landschap staat door ruimtelijke veranderingen en intensief gebruik flink onder druk. De uitbreidingen van steden, de aanleg van zonnevelden en windmolens, dijkverhogingen, nieuwe wegen, de intensivering van de landbouw: alles heeft invloed op hoe ons landschap er uitziet. En de gevolgen zijn groot: de biodiversiteit loopt terug, houtwallen en heggen verdwijnen en de populatie van weidevogels slinkt snel.

Het nationaal landschapsbeleid is in 2012 afgebouwd waarna de provincies de verantwoordelijkheid overnamen. Ook gemeenten krijgen steeds meer mogelijkheden voor een lokale invulling. Hierdoor is meer ruimte gekomen voor regionaal maatwerk, maar is er ook sprake van een verdere versnippering van verantwoordelijkheid en beleid. Dat pakt niet overal gunstig uit want landschappen houden zich immers niet aan provincie- of gemeentegrenzen. Nauwe samenwerking en interprovinciale sturing is daarom van groot belang.

Het College van Rijksadviseurs onderstreept de waarde van het landschap. Het is belangrijk voor onze culturele identiteit en ons welzijn. Veel mensen voelen zich verbonden met een streek, wonen in het landschap of recreëren er graag, genieten van de natuur of verdienen er hun boterham. Uit diverse onderzoeken blijkt dat het landschap ook een zeer bepalende factor is voor het vestigingsklimaat.

Monitoring is nodig

Het College van Rijksadviseurs adviseert in het advies 'Monitor Landschap: naar een landsdekkend systeem' de ministers van BZk, OCW en LNV een landelijk dekkend monitoringssysteem voor het landschap te ontwikkelen om te kunnen volgen hoe het landschap zich ontwikkelt. Door het monitoren is het mogelijk om beleid te onderbouwen en de kwaliteit ervan te versterken. Ongewenste veranderingen komen zo al in een vroeg stadium aan het licht en kunnen dan eventueel nog worden bijgestuurd, gestopt of teruggedraaid.

Ook komen nieuwe kwaliteiten en succesvolle voorbeelden in beeld, die vervolgens als voorbeeld kunnen dienen voor hoe we met het landschap kunnen omgaan. Duurzame verankering in het Rijksbeleid vindt het College van Rijksadviseurs van wezenlijk belang om het effect van monitoring op het landschap te kunnen garanderen.

Het advies van de Rijksadviseurs is tot stand gekomen op basis van een onderzoek door Wageningen Environmental Research naar het ontwikkelen voor een goed monitoringsysteem. Het College van Rijksadviseurs heeft hiervoor opdracht gegeven, in samenwerking met het Planbureau voor de Leefomgeving, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en LandschappenNL. In het onderzoek is de te volgen werkwijze voor het monitoren uitgewerkt. Veel onderdelen van het monitoringssysteem liggen al klaar. Zo kan het onlangs opgerichte landschapsobservatorium een rol spelen bij de communicatie naar buiten.