Directeur ‘Oude Groninger Kerken’ over verduurzaming

Drie ontwerpteams zijn aan de slag gegaan met verduurzaming van iconische stadskerken. Zij zijn geselecteerd voor de ontwerpfase van de prijsvraag ‘Sublieme schoonheid, sublieme duurzaamheid’. In een serie interviews vertellen betrokken deskundigen over hun wensen en verwachtingen rond de winnende visies. Patty Wageman, directeur van de Stichting Oude Groninger kerken, hoopt op echt vernieuwende ontwerpen. ‘Het is een spannend traject.’

Beeld: Ronny Benjamins
Kinderen op de vloer in de Schoolkerk

De kerkenprijsvraag is uitgeschreven door het Atelier Rijksbouwmeester en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Centraal staat de vraag hoe we kerken met ontwerpkracht kunnen verduurzamen en zo ook de energiekosten kunnen terugbrengen. ‘De gebouwen zijn enorme slokops in energiegebruik’, zegt Patty Wageman, directeur van de Stichting Oude Groninger Kerken én jurylid. ‘Sommige oude kerken moet je een paar dagen van tevoren opwarmen om het aangenaam te maken voor mensen die er een tijd stil zitten. Oude kerken zijn vaak nog tochtig waardoor je sneller een gevoel van kou krijgt.’

Akerk

Een paar van de bijna honderd kerken die onder haar stichting vallen zijn verduurzaamd. Voor een aantal andere is geïnventariseerd wat de mogelijkheden kunnen zijn. Zoals voor de grote gezichtsbepalende Akerk in het centrum van de stad Groningen, een van de negen iconische kerken waarover de ontwerpteams zich buigen. ‘Bij de Akerk kun je denken aan isolatie van de gewelven of aan voorzetramen’, vertelt Wageman. ‘Kostbare oplossingen en is het esthetisch? Ook was er gekeken naar het inregelen van een soort luchtstroom, Baopt, waarmee je ventileert en energie bespaart. Maar dat vereist weer een goed afsluitbaar gebouw.’

Speciale functie

Het verduurzamen van oude kerken staat niet simpelweg gelijk aan het verduurzamen van grote gebouwen. ‘Er is ook niet één type oplossing’, stelt de stichtingsdirecteur doelend op de verschillen in grootte en bouwstijl door de eeuwen heen. ‘Tegelijk hebben kerken nu hun eigen functie van ontmoeting en verbinding, een gegeven waarmee de teams rekening moeten houden.’
Wageman noemt de renovatie van de Schoolkerk in Garmerwolde alvast als geslaagd voorbeeld. ‘Daar wordt bijvoorbeeld de vloerverwarming via een warmtepomp aangestuurd. De oude tegels zijn eruit gehaald en later weer teruggeplaatst. Als we daar nu de groepen schoolkinderen ontvangen, zitten zij in een kring op kussentjes op de verwarmde vloer. Zo biedt die vloer een meerwaarde bij ontmoetingen.’

‘Het mooiste is een combinatie van techniek en schoonheid’

Nieuwe inzichten

Een ontwerp vanuit de prijsvraag zal voor jurylid Wageman geslaagd zijn als het meer oplevert dan een duurzaam gebouw. ‘Het mooiste is een combinatie van techniek en schoonheid die weer leidt tot nieuwe inzichten. Ik hoop dat de prijsvraag echt nieuwe ideeën oplevert, juist omdat de teams bestaan uit architecten, technici en creatief ontwerpers. Een team van 21e-eeuwse ontwerpers gaat een positieve toevoeging doen aan oude kerken die van zichzelf al prachtig zijn. Je moet die schoonheid juist gebruiken. Daarom vind ik het spannend wat er gebeurt nu we mensen met hopelijk verschillende achtergronden met plannen laten komen. Voor de Akerk komt de prijsvraag op een mooi moment, omdat de stichting bezig is met een nieuwe ambitie voor de Akerk. Het ontwerpteam legt bij deze kerk de nadruk op het thema energietransitie. Een vraag is ook hoe je de enorme hoeveelheid water zou kunnen gebruiken die bij zware regenval van de gigantische daken stroomt van deze stadskerken.’

Toepasbaar

De prijsvraag rond de iconische stadskerken is ook bedoeld om te inspireren. ‘Natuurlijk hoop ik dat de ideeën die we krijgen voor de Akerk breder toepasbaar zijn’, zegt Wageman. ‘Elke kerk vraagt om eigen oplossingen bij verduurzaming. Hoe een kerk op dit moment gebruikt wordt speelt mee bij de keuzes. Evenals in het verleden blijft een kerk ook nu nog altijd een plek van ontmoeting en van dialoog. Als ze eenmaal duurzamer zijn gemaakt kan het nog prettiger worden om ontmoetingen te organiseren.’
 

tekst: Margit Kranenburg