College adviseert over Regionale Energie Strategieën

Het College van Rijkadviseurs publiceert vandaag zijn advies over de Regionale Energie Strategieën (RES). Met dit advies wil het College bijdragen aan de ontwikkeling van de RES’en en daarmee stimuleren dat er samenhangende plannen ontstaan voor de energietransitie, die tonen hoe we kunnen werken aan een aantrekkelijke leefomgeving waarin een duurzame omgang met energie het nieuwe normaal is. Plannen die zowel individueel als in de ruimtelijke optelsom meerwaarde opleveren op de lange termijn.

Kaft advies Rover RES

Met de publicatie van het klimaatakkoord in 2019 verwoordde het kabinet de Nederlandse uitwerking van de internationale klimaatafspraken van Parijs (2015). Het sprak daarin de ambitie uit dat Nederland de CO2-uitstoot sterk wil verminderen: in 2030 met de helft ten opzichte van 1990. Eén van de afspraken in dit klimaatakkoord is dat dertig energieregio’s in Nederland onderzoeken waar en hoe het best duurzame elektriciteit op land (wind en zon) opgewekt kan worden.

Op naar RES 2.0

In juli 2021 hebben gemeenten, provincie, waterschappen samen met stakeholders hun eerste Regionale Energiestrategieën (RES) opgeleverd. Opgeteld komt het bod van de dertig regio’s ruim boven de doelstelling uit van 35 TWh. Dat is een mooie stap! Tegelijkertijd heeft het proces de bewustwording op lokaal niveau gevoed en de regionale samenwerking versterkt.

Nu gaat een volgende fase in. Tot 2030 actualiseren de regio’s hun RES elke twee jaar, met als eerste update de RES 2.0 in 2023. Dat brengt ons nu op hét moment om te reflecteren, te leren en een inhaalslag te maken. Op veel fronten moet nog kennis worden ontwikkeld en goede nieuwe ideeën worden vertaald naar een betere praktijk van plan- en besluitvorming. In de komende jaren is het de kunst om met elkaar dit proces verder te ontwikkelen en zo daadwerkelijk ruimte te maken voor de energietransitie.

Vier adviespunten

Het College van Rijkadviseurs geeft vier aandachtspunten mee voor het vervolgproces naar RES 2.0:

  • Stel de ontwerpende dialoog nu centraal.
    Het is nu tijd om de dialoog over de ruimtelijke impact te voeren in een brede maatschappelijke context. Een ontwerpende en onderzoekende aanpak is noodzakelijk bij het voeren van de dialoog over de ruimtelijke keuzes die gemaakt moeten worden. Dat betekent het zoeken naar en verbeelden van mogelijke concrete oplossingen, het verbinden en ontwikkelen van kennis en het continu schakelen tussen verschillende schaalniveaus en sectoren.
     
  • Ontwikkel nieuwe ruimtelijke logica voor het post-fossiele energiesysteem
    Ons toekomstige duurzame energiesysteem heeft veel meer ruimte nodig dan het huidige systeem. Dat vraagt om een nieuwe ruimtelijke logica die de opwek, opslag, transport en het gebruik van hernieuwbare energie verbindt aan ruimtelijke keuzes. We benoemen in dit advies een aantal uitgangspunten die de basis vormen voor deze nieuwe ruimtelijke logica: Zet besparen aan de basis, Anticipeer op de wisselwerking tussen ruimtelijke ontwikkeling en energie infrastructuur, Produceer maximaal energie in de gebouwde omgeving, Maak afspraken over RES overschrijdende structuren en landschappen, Wijs met elkaar vrijwaringsgebieden en transformatiegebieden met kansen voor clustering aan, Ontwikkel een warmtestrategie die optimaal gebruik maakt van beschikbare bronnen.
     
  • Verhoud je verstandig tot onzekerheden
    De energietransitie vraagt – gezien de grote onzekerheden - om een aanpak waarbij we ver vooruitkijken bij het maken van investeringen die een blijvend structurerend ruimtelijk effect hebben. Zo toetsen we of en hoe het bijdraagt aan een toekomstbestendig Nederland. En andersom geldt: juist met de oplossingen waarvan we zeker weten dat we geen spijt zullen krijgen, moeten we nu vaart maken!
     
  • Verbind energie met andere doelen
    De energietransitie is urgent, maar dat geldt ook voor de landbouwtransitie, de stikstofopgaven, het behoud van biodiversiteit, de klimaatadaptatie, de woningbouwopgave, de mobiliteitstransitie en de transitie naar een circulaire economie. Deze opgaven landen grotendeels in dezelfde ruimte waardoor een integrerende aanpak onvermijdelijk is. Ruimtelijke afwegingen, ook die voor de energietransitie, horen daarom thuis onder het regime van de Omgevingswet. Om de juiste afweging te maken adviseren we de RES zo veel mogelijk onderdeel te maken van ‘integrale regionale tafels’. Het Rijk en de provincies spelen een belangrijke rol in het geven van richting aan de RES’en.