Advies Rijksbouwmeester over uitbreiding Kröller-Müller Museum

Eind september vroeg de directie van het Kröller-Müller Museum, in een toelichting op de uitbreidingsplannen van de Japanse architect Tadao Ando, aan de Rijksbouwmeester na te denken over zijn rol in het vervolgproces naar de realisatie van de uitbreiding.

Huidig Rijksbouwmeester Francesco Veenstra is niet betrokken geweest bij de selectie van de architect. Ook zijn voorganger Floris Alkemade is niet geïnformeerd over de eerste schetsen van de uitbreiding. In de periode 2008-2010 was toenmalig Rijksbouwmeester Liesbeth van der Pol met directeur Evert van Straaten betrokken bij de eerste initiatieven rondom een nieuwe vleugel van het museum.

Precair evenwicht

Volgens de Rijksbouwmeester is de aanwezigheid van natuur voor de bezoeker in het huidige museum een hele grote kwaliteit. Francesco Veenstra: “Het precaire evenwicht tussen kunst, architectuur en landschap moet intact blijven en geen van de bouwdelen zou elkaar moeten overschreeuwen. De uitbreiding dient een gezamenlijk, overtuigend en vanzelfsprekend ensemble te vormen. Een bescheiden ingreep die qua vormgeving en richting toenadering zoekt bij het Gesamtkunstwerk van architecten Van de Velde, Quist en landschapsarchitect Bijhouwer vraagt bijzondere aandacht.” De Rijksbouwmeester geeft aan dat in het huidige tijdsgewricht we zorgvuldig moeten nadenken over toevoeging van bebouwing en het genereren van verkeerstromen, zeker in een Natura 2000 gebied. Bovendien zouden de ambities op het gebied van materiaalgebruik moeten aansluiten op de natuurwaarden en biodiversiteit. De Rijksbouwmeester betreurt het pas laat in het proces betrokken te zijn, maar gaat graag het gesprek aan met de directie.

Aanbesteding en auteursrechten

Hoewel het complex van het museum eigendom is van de Staat (Rijksvastgoedbedrijf) ligt de hoofdverantwoordelijkheid binnen het huidige museumstelsel bij de huurder, de Stichting Kröller-Müller Museum. Door Europa, maar ook door de Nederlandse wet- en regelgeving wordt het museum gezien als organisatie die als overheidsinstelling optreedt en dus Europees moet aanbesteden. Bovendien moeten de auteursrechten zowel op het gebied van landschapsinrichting als bestaande architectuur meegewogen worden. De Rijksbouwmeester geeft aan dat opdrachtgevers echter veel vrijheden hebben om de selectiecriteria passend te maken aan de aard, omvang en complexiteit van de opgave.

Vervolgproces

Rijksbouwmeester Veenstra heeft de directie om aanvullende informatie verzocht over o.a. ruimte in het concept ontwerp voor aanpassingen, de omvang van de uitbreiding, de invulling van het vervolgtraject en de rol van de verschillende betrokkenen (waaronder de selectie van de hoofdarchitect).

Beeld: Ries van Wendel de Joode