Van woningcrisis naar een toekomstbestendige volkshuisvesting
In de publicatie Van woningcrisis naar een toekomstbestendige volkshuisvesting benadrukt het College van Rijksbouwmeester en Rijksadviseurs (CRa) het belang van een interdepartementale langetermijnvisie op volkshuisvesting. Snelle oplossingen die losstaan van ruimtelijke, sociale en economische samenhang bieden geen duurzaam antwoord op het woningtekort.
Het demissionaire kabinet heeft de ambitie om de woningbouwproductie te versnellen. Het is positief dat er wordt onderzocht of er in de keten van rijksbeleid tot lokale uitvoering sprake is van overbodige regelgeving die geschrapt kan worden. Het ‘beter benutten van het bestaande’, versoepelen van parkeernormen, maar ook de inzet op innovatie is volgens het CRa heel waardevol, zeker als daar bijvoorbeeld ook biobased en circulair materiaalgebruik bij wordt meegenomen.
Tegelijkertijd vraagt dit om een nadere reflectie op de voorgestelde koers en onderliggende aannames. De geschiedenis laat zien dat tijdelijke maatregelen – zoals versnelde bouw zonder kwaliteitsborging of integrale visie – woningtekorten niet structureel verhelpen. Een gedegen en goed functionerende volkshuisvesting is essentieel bij het streven naar brede welvaart voor Nederland. De woningnood vraagt niet alleen een kwantitatieve, maar vooral kwalitatieve benadering. Het CRa pleit dan ook in plaats van ‘sneller, meer, goedkoper’, voor ‘duurzamer, mooier en gezonder’.
Versnellen, mét kwaliteit
Het CRa ziet uiteraard ook de urgentie om snel over woningen te kunnen beschikken. Zo benoemt het in de aanzet tot visie ook oplossingen gericht op de korte en middellange termijn, gericht op versnellen, mét kwaliteit. En heeft het CRa op basis van de Woontopagenda (2024) in opdracht van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening ontwerpend onderzoek geïnitieerd op drie thema’s: waterrijk wonen, woningsplitsen en erftransformaties. In samenwerking met ontwerpbureaus en experts wordt gewerkt aan innovatieve woonconcepten en handvatten voor overheden, gemeenten, opdrachtgevers, ontwerpers en bewoners. De eerste bevindingen worden na de zomer verwacht. Met deze inzichten zal het CRa de aanzet tot visievorming aanscherpen en verrijken. Vanwege de publicatie van het STOER advies fase I (concept eindrapport) en de reactie hierop van de minister van VRO wordt deze aanzet alvast gedeeld.
