Arda van Helsdingen: Natuurinclusief ontwerp voor de mens?

Is de term ‘natuurinclusief’ wel ‘natuurinclusief’?  In een serie blogs neemt het College van Rijksadviseurs de term onder de loep. In deze tweede blog is landschapsarchitect Arda van Helsdingen aan het woord. Is natuurinclusief wel zo anders dan gewoon goed ontwerp en wat is de waarde dan van een dergelijke term?

Ecologische hoofdstructuur

Ooit bedachten we de ecologische hoofdstructuur (EHS). Deze structuur was een netwerk van gebieden in Nederland waar de natuur voorrang heeft, bestaande uit natuurgebieden en verbindingen daartussen. Het netwerk helpt voorkomen dat planten en dieren in geïsoleerde gebieden uitsterven en natuurgebieden hun waarde verliezen. Het was een poging om functies die meer rust en tijd nodig hebben (zoals natuur en waterberging) te ontwikkelen en meer ruimte te geven. Daarbuiten lag de ‘gebruiksruimte’. Deze ruimte gaf de mogelijkheid aan de mens om in alle snelheid en met alle veranderingen en innovaties die er zijn, ongestoord verder te gaan. Het scheiden van functies is duidelijk en makkelijk.

De EHS is geëvolueerd tot Natuur Netwerk Nederland, een veel minder ambitieus netwerk van groen- en watergebieden met verbindingen daartussen. Minder ambitieus omdat gebieden en verbindingen geschrapt zijn ten opzichte van de eerdere EHS.  Gelukkig is er ruimte voor groen en water, maar scheiden alleen is niet voldoende. Ook in de overige ruimte zal er ruimte moeten zijn voor plant en dier.

Basis Kwaliteit Natuur

Op een lager schaalniveau spreken we nu van de noodzakelijke groenblauwe dooradering, met hetzelfde gedachtegoed en hetzelfde doel. Later is de Basis Kwaliteit Natuur geïntroduceerd. Want het is een illusie dat dieren zich alleen aan de structuren houden die wij op kaart zetten. Deze basiskwaliteit houdt in dat er overal ruimte moet zijn voor de kleine snuffelaar, de grasbij of de muurvaren. Dat betekent dat we met inrichting, materialen en beheer invloed hebben op de biodiversiteit. Elke dag weer. Liever geen bladblazers en niet schoffelen, liever natuurlijke materialen dan asfalt, liever enkelvoudige bloemen, liever inheemse beplanting, etc.

Behoeften van soorten

Is natuurinclusief ontwerpen moeilijk voor de ontwerper en de beheerder? Mijn team natuurinclusief ontwerp helpt hen, ontwerpers en beheerders, deze Basis Kwaliteit Natuur te bieden. Door naast de behoeften van de mens ook de behoeften van doel-, icoon en ambassadeursoorten ter harte te nemen, kunnen keuzes inzichtelijk gemaakt worden. Voor diverse gemeenten maken we op basis van onderzoek infobladen over wat precies de eisen van de soorten zijn. Homo sapiens is er één van. De infobladen geven maat en kwaliteit aan van groen, water en overige ruimten. Met deze richtlijnen helpen we de ontwerpers. Voor elke schaal en type van een stad- of dorpsdeel (bijvoorbeeld stenige wijk, groene wijk, park, straat, stadsrand) geldt een soort. Als de wijk zo ingericht wordt dat deze soort er kan verblijven, verplaatsen, kan foerageren of nestelen of…., is het ook geschikt voor vele andere soorten die niet zo kritisch zijn. En wat is dan nodig? Zowel de groenblauwe dooradering met doorlopende bermen, bomenrijen en natuurvriendelijke oevers, als rommelige overhoekjes, nestkastjes en groene daken en tuinen.

Infobladen gidssoorten
Afbeelding van een informatieblad over gidssoorten voor gemeente Utrecht, van Waardenburg Ecology

De mens als soort

Het leuke is dat wanneer we dit voor de mens op dezelfde manier doen, we op principes komen als de 3-30-300 regel. Deze staat voor: ieder heeft recht op minstens 3 bomen die je kan zien vanuit je huis, op 30 procent van de wijk valt schaduw van bomen en op maximaal 300 meter van je woning is een parkje. Dus ook hier heeft men bedacht wat de soort de mens nodig heeft. Het zijn aannames/richtlijnen, maar wel een goed begin om de ruimte om ons heen zodanig in te richten dat zowel dier, plant als mens gezond kan leven. En dan is het heel fijn te bemerken dat wanneer je dat serieus doet het elkaar, dit alleen maar kan versterken. En dat natuurinclusief zelfs klimaatadaptief en identiteitsversterkend kan zijn.

De term ‘natuurinclusief’

Dus of natuurinclusief een goede naam is, is de vraag. Elk natuurinclusief ontwerp is ook goed voor de mens en dus zou je eigenlijk de term natuurinclusief er af kunnen halen. Je zou het omgekeerd ook mensinclusief of gewoon ontwerp kunnen noemen. Bij ontwerp gaat het immers om een goede belangenafweging met een (gevisualiseerd) perspectief voor de lange termijn. Maar de term attendeert wel op de extra aandacht voor natuur, die momenteel zo nodig is. Het geeft tenminste aan dat het niet alleen om het belang van de mens gaat. Of juist des te meer, want zonder natuur kunnen we echt niet.

Arda van Helsdingen
Arda is teamleider van het team natuurinclusief ontwerp bij Waardenburg Ecology, een adviesbureau op het gebied van natuur en landschap. Het bureau gebruikt de term natuurinclusief ontwerp om zich te onderscheiden van de ecologen, die vooral met onderzoek en advies bezig zijn. Al deze ecologische kennis dient goed in het ruimtelijk domein en het ontwerp terecht te komen. Het doel is dat tenminste elk plan bijdraagt aan een verbetering van de biodiversiteit.