Daan Zandbelt: ‘De stad is ontembaar’

Op 24 november gaf rijksadviseur Daan Zandbelt de Planologielezing op de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). De Planologielezing wordt om de vier maanden georganiseerd door de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de RUG en poogt door vakinhoudelijke, actuele en uitdagende presentaties tot denken aan te zetten. Door het ter discussie stellen van dogma’s en het publiek uit te nodigen om de zaak eens vanuit een ander perspectief te bekijken, wordt het hedendaagse debat over planologie gevoed.

Daan Zandbelt

Wereldkampioen stedebouw

Daan Zandbelt sprak in zijn lezing over de stad als ‘ontembaar organisme’, dat je niet je wil op kunt leggen maar slechts kunt sturen zonder dat je de touwtjes in handen hebt. Daan Zandbelt plaatst zijn uitspraak in de context van de Nederlandse stedebouw. ‘We dachten dat we wereldkampioen stedebouw waren. Ontwikkelingen aan het eind van de vorige eeuw, denk aan de Oostvaardersplassen en het NDSM terrein, hebben ons echter geleerd dat het goed is om anderen de ruimte te geven, omdat ze betere ideeën blijken te hebben dan ontwerpers en bestuurders.

De ontembare stad

In 2013 schreef Daan Zandbelt in zijn artikel ‘De ontembare stad’, recent gepubliceerd in de publicatie Help we zijn Populair. bij NAi uitgevers, over stedebouwkundige ontwikkeling naar aanleiding van zijn ervaringen in Chicago en Rotterdam. "Een oneindige evolutie laat buurten geleidelijk verkleuren. De stad staat open -voor verse ideeën, voor nieuwkomers, bedrijven en culturen- en is vol contrasten. De overheid faciliteert en stimuleert. Haar ontembaarheid is een kwaliteit om te koesteren."

De stad is geen statisch gegeven. Regels en procedures moeten ruimte bieden voor nieuwe uitdagingen zoals de energietransitie en mobiliteitsvraagstukken. De stad is voortdurend in ontwikkeling.

Flexibele stedebouw

‘De afgelopen twee decennia hebben we gezien dat eindeloos polderen niet altijd werkt en dat er steeds meer lichtere en kleinschaligere plannen ontstaan. Plannen die zich richten op de korte termijn en zich verhouden tot een kleine schaal en niet per se een concreet einddoel hebben.

‘Ik ben zeker niet tegen de lange termijn. Vraagstukken als de energietransitie vragen nadrukkelijk om lange termijn visies, maar we moeten waken voor al te ingewikkelde toekomstplannen nu we zien hoe snel de samenleving verandert. Die verandering moet zich kunnen manifesteren in het stedelijk landschap.’

"Het masterplan voor het Manhanttan grid is hier wellicht het ultieme toonbeeld van.

Het werd gemaakt ruim voor de uitvinding van gewapend beton, metro’s, liften en wolkenkrabbers. Toch geeft het al 200 jaar richting geeft aan de ontwikkeling van het schiereiland. De kracht zit in haar een eenvoud en helderheid. Het plan bevatte ook een groot park, maar het uiteindelijke Central Park kwam op een heel andere plek te liggen, op het meest rotsachtige en daarom moeilijk te ontwikkelen deel van het schiereiland. Het toont de flexibiliteit."

De stad is niet van de overheid of van stedebouwkundigen. De stad is van ons allemaal. Waarom leidt dan vrijwel ieder plan tot een onderhandeltraject met de overheid? Ondernemers en burgerinitiatieven hebben juist duidelijkheid nodig, die biedt hen de ruimte en flexibiliteit om plannen te verwezenlijken, dromen na te jagen en om te experimenteren.

Kwaliteitsimpuls

De agenda van het CRa stelt tot doen om de Nederlandse stedelijke ruimte een kwaliteitsimpuls te geven. Dat moeten we niet alleen doen van achter onze bureaus. We moeten ruimte bieden aan de energieke samenleving waar Maarten Hajer over schreef. Een samenleving waar mondige burgers eigen plannen maken en uitvoeren binnen de kaders van de wet.