Guiding Principles Metro Mix

Nederlandse regio's missen agglomeratiekracht ten opzichte van internationale concurrenten. Het College van Rijksadviseurs biedt in het advies Metro Mix, dat in april is verschenen, handvatten hoe we in onze economische kerngebieden wonen en werken in hoge dichtheden zo kunnen combineren, dat het er prettig leven is en dat we onze internationale concurrentiekracht vergroten.
Rijksadviseur Daan Zandbelt doet de komende tijd verschillende steden aan om het advies toe te lichten. Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt toe zich in te zetten om tot oplossingen te komen.

Vergelijking agglomeratiekracht Londen-Parijs-REOS

De voordelen van mengen

Het advies is opgesteld op verzoek van het Uitvoeringsprogramma Ruimtelijk-Economische Ontwikkelstrategie (REOS), dat in het leven is geroepen om de internationale concurrentiekracht van Nederland te versterken. Agglomeratiekracht draait om hoeveel mensen elkaar snel en gemakkelijk kunnen ontmoeten, in een aantrekkelijke omgeving. Het mengen van functies vergroot de agglomeratiekracht en creëert aantrekkelijke, levendige, metropolitaanse gebieden, die talent kunnen aantrekken en vasthouden. Het biedt meer kansen om dichtbij een baan te vinden. Het stimuleert innovatie doordat kruisbestuiving tussen bedrijven en mensen makkelijker plaatsvindt. Het biedt mogelijkheden voor het delen van voorzieningen en ruimten.

Meerwaarde op wijk- en regioniveau

De voordelen die mengen een stedelijk gebied oplevert zijn dus evident. Maar om van REOS-meerwaarde te zijn, dient het getransformeerde woon-werkgebied tevens een structurele rol in het economisch ecosysteem van de regio te vervullen. Het gebied moet omliggende wijken een impuls geven. Dit kan door te helpen bij sociaal-economische kwesties, maar ook bij verduurzaming van de energievoorziening en klimaatadaptatie. Zo moeten de Schilderswijk, Laakkwartier en Bezuidenhout-West bijvoorbeeld een impuls krijgen van de ontwikkelingen in het CID en de Binckhorst, door collectieve (energie)voorzieningen en nieuwe werkgelegenheid voor alle opleidingsniveaus.

Guiding Principles

Dat brengt ons bij de vragen: wat is een wenselijke dichtheid en wat is er nodig om een gebied te ontwikkelen tot een prettig leefklimaat? Het College van Rijksadviseurs komt in het advies tot een aantal Guiding Principles. Zo wordt geadviseerd een Raamwerkplan op te stellen: een licht ruimtelijk plan dat op hoofdlijnen organiseert waar welke mix gewenst is binnen een gebied. Het Raamwerkplan garandeert zowel rustige woonomgevingen als vitale bruisende straten in elkaars nabijheid. Het dient extremen te voorkomen, zoals overlast zonder meerwaarde (te veel verkeer, geluid of onveilige situaties) en het ontstaan van monoculturen (gebieden met maar één functie). Daarnaast moet het Raamwerkplan kwetsbare kwaliteiten, die zonder sturing uit het gebied zouden kunnen verdwijnen, beschermen. Denk hierbij aan experimenten en economische niches met innovatiepotentie, werk voor kwetsbare groepen uit de directe omgeving, maatschappelijke voorzieningen, stadsverzorgende bedrijven en groene kwaliteiten.

Patch 22 Amsterdam-Noord, Beeld: Luuk Kramer

Regelgeving omtrent mengen

Wat maakt dat wonen, werken en andere stedelijke functies zich nu beter laten mengen ten opzichte van vroeger? Veel werk is goedkoper, stiller, kleiner en minder gevaarlijk geworden. Daarmee is het mengen weer aantrekkelijk geworden. Wet- en regelgeving is daar echter (nog) niet op aangepast. Om van mengen in hoge dichtheid een doorslaand succes te maken, is een cultuuromslag nodig. Met het programma Eenvoudig Beter en de introductie van de Omgevingswet wordt al een sterke deregulering in gang gezet die veel meer integraal kijkt naar ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving. In de huidige praktijk zien we dat de cultuuromslag nog niet in gang gezet is. Bij het project Patch 22, de winnaar van de Gouden Piramide 2018, was het bijvoorbeeld lastig een gebouw te realiseren waarin alle ruimtes een woon- of een werkfunctie kunnen onderbrengen.

Het mengen van functies in een nieuw bouwblok of een nieuw stuk straat is nog tamelijk onbekend in de Nederlandse context. In bestaande bouw komt het organisch gegroeid wel voor. Zo ligt er in Kortenbos Den Haag tussen de Nobelstraat, Oude Molstraat, Grote Halstraat en Prinsestraat een bouwblok met een hoge ruimtelijke dichtheid en een combinatie van wonen, winkels en horeca. Het blok heeft interessante binnenruimtes die vanaf de straat toegankelijk zijn. Bij nieuwe gebiedsontwikkelingen is het lastiger, maar het biedt veel kansen en lijkt dé uitdaging voor het mengen van functies.

Reactie minister Ollongren

In een kamerbrief van mei reageert minister Ollongren van BZK op Metro Mix:
"Het advies biedt op inspirerende wijze handvatten voor de REOS-gemeenten en is daarnaast ook voor andere grote transformatiegebieden in Nederland van meerwaarde. Het advies beantwoordt een aantal kernvragen: hoe beter mengen van wonen en werken mogelijk maken, hoe de economische functie beter beschermen en hoe de inbedding van de gebieden in de bestaande economische en maatschappelijke structuur te borgen. Ook worden in het advies een aantal voorstellen gedaan om het huidige instrumentarium flexibeler in te zetten om de gewenste functiemix te realiseren.

De komende periode wordt gebruikt om de knelpunten die door het CRa zijn gesignaleerd samen met de betrokken steden nader te onderzoeken. Mocht uit dit verdiepend onderzoek blijken dat zich knelpunten in wet- en regelgeving voordoen waarbij een bijdrage van het Rijk gevraagd wordt, dan zal ik actief eraan bijdragen om tot een oplossing te komen. Met de steden heb ik afgesproken om belemmeringen – indien mogelijk – met de Crisis- en herstelwet weg te nemen. Hierbij zal ook worden gekeken naar de mogelijkheden die de Crisis- en herstelwet nu al biedt. Met het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte kan bijvoorbeeld vooruitlopend een omgevingsplan voor een meer integrale benadering worden gekozen. In het advies wordt onder andere opgemerkt dat gemeenten meer gebruik kunnen maken van flexibiliteit in wet- en regelgeving met betrekking tot milieuzonering. Ik wil me graag inzetten om gemeenten meer te stimuleren van deze flexibiliteit gebruik te maken. Mede daarom wordt op korte termijn een kennisdag georganiseerd over andere manieren om met milieuhinderzonering om te gaan."

Credits:
Bureau marco.broekman
Stadkwadraat