Toogdag: Gedeelde ruimte, gedeelde toekomstperspectieven

Hoe kunnen we met Rijksvastgoed bijdragen aan een betere koppeling tussen beleid en uitvoering? Deze vraag stond centraal tijdens de vijfde editie van de RVB-Toogdag Gedeelde Ruimte, die op 4 april plaatsvond in het Nieuwe Instituut in Rotterdam. Drie gebiedscasussen stonden centraal. Hoewel de opgaven sterk uiteenliepen, bleek het voor alle casussen bijzonder vruchtbaar te zijn om deze te bekijken door de bril van de Contourennotitie Nota Ruimte in wording en vanuit een langetermijnperspectief . Een dergelijke aanpak verbreedt de horizon en overstijgt beperkingen in het heden en de nabije toekomst.

Met de jaarlijkse Toogdag Gedeelde Ruimte maken het Rijksvastgoedbedrijf en het College van Rijksadviseurs de balans op waar we staan met gebiedsgericht werken. Inmiddels krijgt maatschappelijke meerwaarde steeds meer betekenis binnen het eigendom van het Rijksvastgoedbedrijf: zowel intern gedreven, met het verder volwassen worden van gebiedsgericht werken binnen de organisatie, als extern gedreven, met de beleidsdoelen van BZK en andere ministeries.

Beeld: Sandra Uittenbogaart

Contourennotitie Nota Ruimte

Na een welkomstwoord van Rijksbouwmeester Francesco Veenstra presenteerde Errik Buursink (Ministerie van BZK, inhoudelijk coördinator Contourennotitie Nota Ruimte) de uitgangspunten, visie en aanpak van de nieuwe Contourennotitie Nota Ruimte. Hierin wordt benadrukt dat we actie moeten ondernemen en sturing moeten bieden om recht te willen doen aan de komende generaties. Drie bewegingen uit de Nota Ruimte stonden centraal:  
(1) Naar een toekomstbestendig evenwicht tussen landbouw en natuur;
(2) Naar een klimaatneutrale en circulaire samenleving;
(3) Naar sterke regio’s, steden en dorpen in heel Nederland.

Drie gebiedscasussen

Op basis van deze drie bewegingen gingen de aanwezigen in groepen aan de slag met drie gebiedscasussen. De casussen liggen geografisch verspreid door het land en vertonen verschillende inhoudelijke uitdagingen en fasen van planvorming. Hierbij keken de aanwezigen niet alleen naar de huidige situatie of de nabije toekomst, maar vooral ver vooruit, over een periode van 100 jaar.

A(mersfoort) tot en met Z(eist)

Bij de casus van A(mersfoort) tot en met Z(eist) schetsten de deelnemers ideeën en een visie over de toekomstige rol en betekenis van de defensieterreinen in dit gebied. De Utrechtse Heuvelrug staat historisch bekend als een locatie waar Defensie grote terreinen bezit. De vraag rees: kan de historische sociaal-ruimtelijke relatie tussen Defensie en de Utrechtse Heuvelrug nieuw leven in worden geblazen door natuur, Defensie en stedelijke ontwikkeling gelijktijdig te versterken?

ZuiderC

In Lelystad wordt vanaf 2026 gebouwd aan ZuiderC; een stadsdeel waar de bouw van energieneutrale biobased gebouwde buurtschappen samengaat met natuurontwikkeling. Naast het Rijksvastgoedbedrijf werken verschillende Rijksorganisaties zoals Staatsbosbeheer mee om samen met de gemeente Lelystad en de Provincie Flevoland deze integrale ambities te realiseren. Toch zijn er een aantal knelpunten, bijvoorbeeld rond het mee kunnen nemen van de baten van ‘water en bodem sturend’ in de businesscase, de kosten van natuur en beheer of het vroegtijdig organiseren van HOV in de vorm van een treinstation.

Den Haag

In de snelgroeiende stad Den Haag staat de leefbaarheid onder druk. Groei is voorzien in de dichtbebouwde gebieden rond de drie stations; het Central Innovation District. Het Rijk is sterk vertegenwoordigd rond het Centraal Station, een gebied dat zich nu al kenmerkt door een hoge dynamiek in de verschillende opgaven (wonen, werken, voorzieningen en infrastructuur voor groen, water en mobiliteit). Als oefening in toekomstdenken, onder leiding van ontwerpbureau Komovo, verplaatsten de aanwezigen zich naar het jaar 2048 om vorm te geven aan een gezamenlijk verhaal voor Wederkerig Rijksvastgoed. Hoe kan het Rijk zijn vastgoed en gronden inzetten als gedeelde ruimte om de leefbaarheid in Den Haag te versterken?

Panelgesprek: perspectief op uitvoering

Het middagprogramma bestond uit een panelgesprek onder leiding van moderator Teun van den Ende. Yvonne van der Brugge-Wolring (DG RVB) opende met hoe het Rijksvastgoedbedrijf haar nieuwe maatschappelijke rol steeds meer vormgeeft en hoe de Toogdag helpt om samen met het CRa naar de toekomst te kijken. Marjolein Jansen (DG Ruimtelijke Ordening, BZK) benadrukte dat BZK met de Nota Ruimte de regie herpakt, waarbij het uitgangspunt is: Heel Nederland en ‘’Sterk maken wat sterk moet zijn’’ en dus niet versterken wat al sterk is. De werkgroepen presenteerden kort hun casus en poneerden stellingen voor het panel, bestaande uit DG’s van verschillende ministeries en CRa-leden. Een uitgebreid verslag van het panelgesprek verschijnt binnenkort op de website van het College van Rijksadviseurs.

Waardevolle inzichten

De Toogdag Gedeelde Ruimte heeft waardevolle inzichten opgeleverd voor het versterken van de verbinding tussen beleid en uitvoering. Het belang van samenwerking, het leren van elkaars taal, en het nemen van robuuste en toekomstbestendige beslissingen. De resultaten van de Toogdag krijgen hun vervolg in de 3 casussen en zullen ook opgenomen worden in het advies Rijk als Rentmeester #2 dat deze zomer zal verschijnen.